Al 40.000 jaar moderne kunst

De venus van Hohle Fels. (foto: Wikimedia)

Abstracte kunst die mensen laat nadenken over hun gemeenschap. Wie denkt dat zoiets pas in de 20e eeuw in de beeldende kunst is binnengedruppeld, heeft het mis. Moderne kunstenaars staan in een traditie die teruggaat tot in de ijstijd.

Door Fanny Kuitenbrouwer

In 2008 vond men in Hohle Fels (‘Holle rots’) in Duitsland splinters ivoor. Bijeengelijmd lieten ze zien wat de makers uit de ijstijd ooit voor ogen hadden toen ze sculpturen sneden uit ivoor en been: kleine dierfiguren, een vrouwenbeeldje, fluitjes en een mensfiguur met een leeuwenhoofd. De oudste objecten dateren van ongeveer 42.000 jaar geleden.

Brein van de holenmens

Begin 2013 kon je de sculpturen bekijken in het British Museum in Londen. De titel van de tentoonstelling luidde: ‘Ice Age Art. The Arrival of the Modern Mind’. De makers van de tentoonstelling stelden de beeldjes uit de ijstijd tentoon naast moderne kunst uit het begin van de 20e eeuw. Een op het eerste gezicht vreemde combinatie, maar vanzelfsprekender dan het lijkt.

Het brein van de holenmens die 45.000 jaar geleden naar Europa trok, werkte namelijk al precies zoals dat van ons.

De overeenkomsten tussen de prehistorische- en de moderne mens zijn niet meer uit fossiele resten te achterhalen. De enige aanwijzingen zijn de voorwerpen die zij achterlieten en die bijvoorbeeld in Hohle Fels zijn teruggevonden. Alleen mensen met een een symbolisch werkende geest kunnen deze beeldjes, grottekeningen en muziekinstrumenten maken.

Drie prehistorische venusbeeldjes
Drie prehistorische venusbeeldjes. Links: een replica van de Franse Venus van Lespugue, origineel circa 25.000 jaar oud. Midden: De Venus van Dolní Věstonice is 27.000 tot 31.000 jaar oud. Rechts: de opvallend slanke en bijna 25.000 jaar oude Venus van Petřkovice heeft vormen die doen denken aan het kubisme . (foto’s: Wikimedia)

Prehistorische pin-up

Hoe realistisch de grottekeningen die de jager-verzamelaars achterlieten ook mogen zijn, zo abstract en buiten proportie zijn de sculpturen. Neem bijvoorbeeld de venusbeeldjes. De precieze betekenis ervan is onbekend. Maar in deze onrealistische vrouwenbeeldjes herkennen we meteen een vruchtbare vrouw: de grote borsten, brede heupen en vulva trekken de aandacht.

De pers noemde de ‘Venus van Hohle Fels’ niet voor niets een prehistorische pin-up.

Deze vervreemdende weergave van de vrouwelijke figuur doet denken aan werk van modernistische kunstenaars als Pablo Picasso (1881-1973). Aan het begin van de 20e eeuw zocht Picasso naar een nieuwe vormentaal. Hij was als een spons die alle invloeden in zich op zoog.

Het lijkt erop dat ook IJstijdkunst hem inspireerde. Vol bewondering zei hij tegen zijn secretaris dat primitieve sculptuur nooit was overtroffen. Ook prees Picasso de precizie van de lijnen in de grotten. Hij kende de prehistorische wandschilderingen van reproducties.

Picasso’s avant-gardistische werk Les Demoiselles d’Avignon. De vormentaal lijkt overeen te komen met die van prehistorische venusbeeldjes. (foto: Wally Gobetz)
Picasso’s avant-gardistische werk Les Demoiselles d’Avignon. De vormentaal lijkt overeen te komen met die van prehistorische venusbeeldjes. (foto: Wally Gobetz)

Baanbrekend werk

Het vormexperiment dat Picasso uitvoerde in zijn baanbrekende werk Les Demoiselles d’Avignon uit 1907 is met primitieve kunst in verband gebracht. Onder primitieve kunst verstond men toentertijd – naast niet-westerse kunst – ook kunst uit de prehistorie.

De vrouwen uit het schilderij hebben maskerachtige gezichten en hoekige lichamen waarbij de vrouwelijke vormen het meest in het oog springen. In zijn atelier had Picasso Afrikaanse maskers staan, maar ook een replica van de Venus van Lespugue, een Frans venusbeeldje met enorme dijen en borsten.

Picasso heeft overigens nergens expliciet gemaakt dat de ommekeer in zijn vormentaal werd geïnspireerd door de kunst uit de ijstijd. Ook weten we niet of hij ooit een van de grotten met rotstekeningen heeft bezocht.

Maar wat Les Demoiselles d’Avignon en de prehistorische vrouwenbeeldjes gemeen hebben, is dat ze met minimale aanwijzingen duidelijk maken dat hier vrouwen zijn afgebeeld.

Vale gier

Niet alleen het modernisme en prehistorische kunst zijn met elkaar verbonden. Ook in hedendaagse kunstwerken kun je de invloed van prehistorische kunst zien. Maar tegenwoordig grijpt men niet meer terug op de vormentaal. Veeleer vormen inzichten in de prehistorische gemeenschap en kennis over de leefwijze van de mens in de IJstijd een inspiratiebron. Een voorbeeld is het werk van Jennifer Allora (1974) en Guillermo Calzadilla (1971) dat op de Documenta in Kassel in 2012 werd getoond.

In de video Raptor’ s Rapture (2012) is een vale gier te zien, terwijl naast het dier een vrouw op een fluit speelt. De fluit was een replica van het instrument dat in 2009 in Hohle Fels gevonden werd. De benen fluit werd 35.000 jaar geleden gemaakt uit een vleugelbot van een vale gier, een dier dat nu met uitsterven wordt bedreigt.

De video was te zien in een bunker. Daardoor riepen de klanken van het prehistorische instrument de sfeer op van de grotten die in de prehistorie bewoond en beschilderd werden.

‘Community art’

Volgens de kunstenaars was de prehistorie het moment in de geschiedenis waarop de geboorte van de muziek, van de taal en van de mensheid plaatsvond. Met de video lijken de kunstenaars de toeschouwer in contact te willen brengen met dit allereerste begin van de moderne mens. Op die manier willen ze een gevoel van gemeenschapszin creëren.

Wetenschappers gaan er van uit dat gezamenlijke rituelen zoals dans en muziek bepalend zijn geweest voor het overleven van de gemeenschap in de IJstijd. Het waren manieren om kennis over te dragen en leden van de gemeenschap met elkaar te verbinden.

Tegenwoordig gebruiken we hier de term ‘community art’ voor: gezamenlijke kunstwerken, of kunstwerken die een groep mensen met elkaar binden. Dat lijkt heel hedendaags, maar het is dus al tienduizenden jaren oud.

20.000 jaar oude sculptuur van een bison. (Zaraysk Kremlin Museum)
Links: 20.000 jaar oude sculptuur van een bison. Rechts: mammoet gemaakt van rendieren gewei, ongeveer 13,000-14,000 jaar oud.  (Zaraysk Kremlin Museum en Trustees van het British Museum)

Holbewoners

Bij de eerste ontdekking van de grottekeningen in Altamira was de heersende opvatting binnen de wetenschap dat het vervalsingen waren. Zulke goede tekeningen konden niet afkomstig zijn van dezelfde mensen die zulke primitieve beeldjes maakten. Door de revolutie van het modernisme hebben we kennis gemaakt met abstracte kunst. Daardoor zijn we tot het inzicht gekomen dat abstractie niet een teken is van onderontwikkeldheid, maar juist van ons moderne brein. Een brein dat in staat is om abstracte symbolen te herkennen en te interpreteren.

De holbewoners maakten abstracte beelden van vrouwen, maar ook realistische tekeningen van dieren en muziekinstrumenten om de gemeenschapszin te bevorderen. Al deze kunstuitingen zijn al bedacht toen wij ons moderne brein ontwikkelden. We doen al ruim 40.000 jaar hetzelfde. Moderne mens zijn.

Verder lezen en kijken


©GeschiedenisBeleven.nl, auteur: Fanny Kuitenbrouwer, eindredactie: Verena Demoed, beeldredactie: Verena Demoed, foto’s: Wikimedia, Flickr Commons, Zaraysk Kremlin Museum en Trustees van het British Museum

Leestips